BASISTERMEN VAN LICHTTECHNOLOGIE
LICHTTECHNISCHE BASISTERMEN EN HUN BETEKENIS
Consumenten struikelen vaak over basislichtconcepten. Maar als u niet weet wat ze bedoelen, hoe kunt u dan de juiste keuze maken bij de aanschaf van een lichtbron? WATT’son brengt ook hier licht in de duisternis en legt kort en bondig de belangrijkste lichttechnische basisbegrippen uit.
BASISPRINCIPES VAN DE LICHTTECHNIEK
-
de lichtstroom
Eenheid: Lumen (lm)
De lichtstroom is de totale lichtopbrengst van een lamp in alle richtingen, rekening houdend met de waarneming van de helderheid door het menselijk oog. Tegenwoordig is het de methode bij uitstek om de lichtopbrengst voor alle lichtbronnen op te geven.
-
het lichtrendement
Eenheid: lm / Watt
Het lichtrendement is de verhouding tussen de lichtstroom en het opgenomen elektrisch vermogen. Het geeft een indruk van de zuinigheid van een lamp.
-
de lichtsterkte
Eenheid: Candela (cd)
De lichtsterkte is de hoeveelheid licht die door een lamp in een bepaalde richting wordt uitgestraald. Het wordt ook gedefinieerd als lichtstroom per ruimtehoek.
-
de lichtsterkte L
Eenheid: cd / m2
Luminantie is een maat voor de indruk van helderheid in het menselijk oog. Het wordt geproduceerd door zelflichtende of verlichte oppervlakken. De luminantie van een verlicht oppervlak is sterk afhankelijk van de mate van reflectie.
-
de verlichtingssterkte E
Eenheid: Lux (lx)
Verlichtingssterkte geeft de lichtstroom aan die een bepaald gebied van een lichtbron raakt. Het wordt vaak gebruikt om de positionering en de dimensionering van de binnenverlichting te bepalen.
-
de reflectie
Eenheid: %
De reflectie hangt af van de kleur en de textuur van een oppervlak en geeft aan welk deel van het invallende licht wordt gereflecteerd. Hoe helderder en gladder het oppervlak, hoe hoger de reflectiegraad. Voor witte plafonds en wanden tot 90%.
-
de lichtkleur
De kleur van het licht heeft een beslissende invloed op de sfeer van een ruimte. De kleurtemperatuur van de lamp is hiervoor voornamelijk verantwoordelijk. Deze wordt gespecificeerd in Kelvin (K) en varieert van “warm wit” (onder 3300K) tot “neutraal wit” (3300K – 5300K) tot “daglichtwit” (boven 5300K).
lichttechnische basisbegrippen: lichtkleur, kleurtemperatuur
-
de kleurweergave
De kleurweergave-index Ra of in ons geval CRI (Colour Rendering Index) beschrijft de mate waarin kleuren onder kunstlicht correct worden weergegeven. De CRI is vooral afhankelijk van de spectrale samenstelling van de lichtbron, d.w.z. het type en de kwaliteit van de gebruikte filamenten en materialen.
-
de Powerfactor
De powerfactor is de verhouding tussen het werkelijke vermogen en het schijnbare vermogen van een elektrisch apparaat. Het ligt altijd tussen 0 en 1, waarbij 1 het ideale geval is. Bovenal zegt de powerfactor veel over de kwaliteit van een elektrische schakeling, of deze onnodig stroom verbruikt of niet.
IDENTIFICATIE EN KEURMERKEN
-
de CE-markering
Staat voor: Communauté Européenne (Europese Gemeenschap)
De CE-markering is een voorwaarde voor de verkoop van een product in de EU. Fabrikanten en dealers bevestigen hiermee op eigen verantwoordelijkheid dat aan de “essentiële eisen” wordt voldaan. Dit gebeurt zonder een neutraal testcentrum.
-
het GS – testmerk
“Geteste veiligheid” is de naam die door erkende testcentra aan een product wordt gegeven met dit symbool. Het moet in overeenstemming zijn met de Equipment and Production Safety Act van de overeenkomstige EU-richtlijn. Het testmerk omvat het testen van de veiligheid van een apparaat, maar ook bijvoorbeeld de volledigheid van de gebruiksaanwijzing. Testinstanties zijn bijvoorbeeld de TÜV en de VDE.
-
ENEC / VDE-testmerk
ENEC: NL – Europese normen, EC – Elektrische certificering is alleen beschikbaar in combinatie met het VDE-merk (Association of German Electrical Engineers).
Producten met dit keurmerk komen over het algemeen overeen met de huidige stand van de techniek en de veiligheid en dus met de GPSG (Wet op de apparatuur- en productveiligheid). Bovendien wordt de productie gecontroleerd door de VDE.
-
beschermingsklassen IP
De IP-beschermingsklasse geeft aan dat elektrische apparaten geschikt zijn voor verschillende omgevingscondities. De twee indexcijfers staan voor de bestendigheid tegen vaste stof en voor de waterdichtheid/vochtigheid.
-
beschermingsklassen
De beschermingsklasse geeft aan hoe de armaturen worden beschermd tegen elektrische schokken of kortsluiting. Daarvan zijn er 3.
I – heeft een aardingskabel. Alle metalen onderdelen die van buitenaf kunnen worden aangeraakt, moeten een beschermingsgeleider naar buiten hebben. Deze ontlaadt op een veilige manier de reststroom.
II – heeft een dubbele beschermende isolatie. Deze dubbele isolatie is vaak te vinden in kabels met de Eurostekker.
III – duidt apparaten aan die met een beschermende laagspanning werken, d.w.z. met batterijen, accu’s of zonne-energie. Dit is minder dan 50 volt. In deze klasse mag geen beschermende geleider worden geïnstalleerd.
Nu hebben we de belangrijkste basistermen van de lichttechniek uitgelegd. Voor sommige van hen zijn er gedetailleerde artikelen in WATT’sons LED Facts voor het lezen, begrijpen en informeren. Er kan dus niets misgaan bij de aankoop van lampen en armaturen! In de Segula Gamma vindt u een grote selectie van moderne en hoogwaardige LED-lampen.
Kleurtemperatuur, led-technologie, led-verlichting, Licht, Lichtbronnen, Lichtsterkte, Lumen, Vermogensfactor